mobiele telefoon, (NL) mobieltje
De burgemeester slofte naar het raam, boog zich naar de straat. De kabinetsmedewerker liep de trappen van het stadhuis af, een gsm aan zijn oor gedrukt, het hield niet op.
(Elvis Peeters, De ontelbaren)
Belgisch-Nederlandse Standaardtaal
Gangbaarheid: 7
Vlaamsheid: 3
Gepubliceerd op 21-07-2020
gsm
betekenis & definitie