duffelse jas, duffel, houtje-touwtjejas
Met van verontwaardiging in de zakken van zijn duffelcoat gebalde vuisten liep hij de schoongeveegde stoep op en duwde de deur met de knie open.
(Hubert Lampo, De goden moeten hun getal hebben)
Belgisch-Nederlandse Standaardtaal
Gangbaarheid: 2
Vlaamsheid: 4
Gepubliceerd op 21-07-2020
duffelcoat
betekenis & definitie