betasten (informeel)
De jongeren werden steeds opdringeriger en eentje begon Alma te bepotelen terwijl de anderen hem aanmoedigden en joelden en tierden en brulden.
(Herman Brusselmans, In de knoei)
Het werkwoord heeft de bijklank dat je het beter niet kunt doen; het is onaangenaam voor degene die het ondergaat.
Belgisch-Nederlandse Standaardtaal
Gangbaarheid: 4
Vlaamsheid: 3
Gepubliceerd op 21-07-2020
bepotelen
betekenis & definitie