Een rond 1590 in Holland ontwikkelde driemaster, een in die dagen revolutionair nieuw type zeeschip, waarvan de bouwkosten de helft waren van de toen bestaande vaartuigen. De fluit of het fluitschip, met een capaciteit van 200 ton, kon met tien man worden bediend, terwijl een Engels schip van dezelfde afmetingen minstens dertig man aan boord moest hebben.
Later werd de fluit nog gebruikt als toeleveringsschip voor de grotere oorlogsschepen.