De onvervalste ‘Opregte Haarlemmer Olie’. Een brouwsel tegen allerlei kwalen dat eeuwenlang wereldfaam genoot, ondanks de vele bedenkingen en rechtszaken die werden aangespannen door diverse medische tuchtcolleges.
Hoewel de receptuur strikt geheim gehouden werd, bestond de bruinachtige substantie onder meer uit terpentijnolie als basis, plus een tinctuur van guaiacum, een hars van de guajacboon (West-Indië), beter bekend als ‘pokhouthars’. Dit spul alleen al was een probaat middel ter bestrijding van een opgelopen syfilis en een reeks andere enge huidziektes. Verder bevatte de olie kalisalpeter, barnsteenzuur en kruidnagelolie. Het wondermiddel was het product van de Haarlemmer C. de Koning Tilly, die in 1672 de olie introduceerde onder de imponerende Latijnse benaming Balsum sulfaris anisatum. Dat het medicijn goed was voor en tegen alles en nog wat, blijkt wel uit het bekende gezegde: ‘Het (hij) is net Haarlemmer Olie’, ofwel: het (hij) is overal geschikt voor.