1 De zigzaggende loop van een (dronken) zeeman. Zwabberen, labberen, waggelgang of met zeebenen lopen.
Met een verwijzing naar deze onzekere loop met weinig richtingsgevoel, wordt de uitdrukking tegenwoordig alleen nog gebezigd wanneer iemand zonder rond te kijken spontaan een straat schuin oversteekt.2 Samenvoeging van to Dutch en double crossing, wat allebei ‘beduvelen’ betekent, dus ‘dubbel en dwars de boel bedonderen’.