(Fr.: commutatrice (à indult unique); Du.: Einankerumformer; Eng.: rotary converter, synchronous converter), elektrische machine die elektrische energie van een bepaalde spanning, frequentie en een bepaald aantal fasen kan omzetten in energie van een andere spanning en een andere frequentie of een ander aantal fasen; het kenmerk van de eenankeromzetter is dat de omzetting gebeurt in één roterende machine, in tegenstelling tot enerzijds de statische omzetter en anderzijds de zgn. motorgenerator (een aggregaat, bestaande uit een motor en een mechanisch daarmee gekoppelde generator).
Eenankeromzetters werden vooral in de eerste decennia van deze eeuw gebouwd als omzetters van wisselstroom of draaistroom in gelijkstroom; ze werden echter verdrongen toen de ontwikkeling van de kwikdampgelijkrichter inzette, en later in nog sterkere mate door de opkomst van de halfgeleidergelijkrichters zodat ze tegenwoordig geheel in onbruik zijn geraakt. Nog wel gebruikt worden asynchrone frequentieomzetters, die strikt genomen ook eenankeromzetters zijn.
Opbouw en werking.
De eenankeromvormer is een combinatie van een gelijkstroommachine en een synchrone machine. De machine is opgebouwd als een normale gelijkstroommachine met als enig verschil dat de wikkeling op de rotor bovendien nog op mp plaatsen is afgetakt (m is het aantal fasen, meestal 3; p het aantal paren polen). De aftakkingen zijn verbonden met m sleepringen, welke langs borstels bewegen die via klemmen op de stator aan een wisselstroomnet (draaistroomnet) kunnen worden aangesloten. De machine kan werken als ‘gewone’ gelijkstroommachine (als men de met de sleepringen verbonden klemmen open laat) en als synchrone machine (als men de borstels op de commutator niet op een gelijkstroomnet aansluit).
Men kan de machine in principe op drie manieren gebruiken:
1. als men haar op een gelijkstroomnet aansluit als een motor, kan men aan de sleepringen een m-fasige wisselspanning afnemen;
2. als men via de sleepringen wisselstroomenergie toevoert, levert de machine via de collector gelijkstroom (de meest gebruikelijke toepassing);
3. als men de machine aan de as aandrijft, kan ze tegelijkertijd wisselstroom en gelijkstroom leveren.
Tussen de gelijkspanning U= aan de borstels op de collector en de effectieve waarde Us van de wisselspanning tussen 2 sleepringen bestaat de vaste verhouding:
Us/U= = (1/√2) sin (𝜋/m)
Om bij een gegeven spanning van het wisselstroomnet toch de gewenste waarde van de gelijkspanning te realiseren, wordt de omzetter vaak niet rechtstreeks met het net verbonden, doch via een transformator. Wil men de opgewekte gelijkspanning variëren, dan kan dit alleen door de machine te voeden via een regelbare transformator en/of een inductieregelaar. Verbindt men de sleepringen via een smoorspoel met het net, dan kan men de afgegeven gelijkspanning ook variëren door verandering van de bekrachtigingsstroom door de statorspoelen.
De omzetter kan op snelheid worden gebracht:
1. als een gewone gelijkstroommachine met behulp van aanzetweerstanden, indien men beschikt over een gelijkspanningsbron van de juiste waarde; daarna kan de omzetter als een normale synchrone machine worden gesynchroniseerd met het wisselstroom- (draaistroom)net;
2. evenals men een synchrone motor kan laten aanlopen.