(Fr.: graissage; Du.: abschmieren; Eng.: to grease) bij een machine, veelal een motorvoertuig, het van smeermiddel voorzien van alle onderdelen die periodiek olie of blokvet behoeven. De klassieke methode maakt gebruik van smeernippels, voorzien van een kogelklepje dat zich opent wanneer smeermiddel wordt aangevoerd onder hoge druk met een verdringerpomp of met perslucht.
Elk smeerpunt krijgt zoveel smeermiddel, dat dit de gelegenheid krijgt oud verontreinigd vet of olie voor zich uit weg te persen.Bij centrale smering loopt naar elk smeerpunt een olieleiding, waardoor een centrale pomp periodiek een smeermiddel perst na manuele of automatische inschakeling. Een nadeel is, dat het verstopt zijn van een smeerpunt aan de aandacht ontsnapt. De behoefte aan doorsmering is verminderd door toepassing van lagers uit zeer slijtvaste kunststoffen, of van zelfsmerende materialen.