methode om atoomkernen in een aangeslagen toestand (zie Aanslaan; Kernmodel) te brengen. Hierbij worden versnelde, positief geladen deeltjes (bijv. protonen, alfadeeltjes of zwaardere ionen) dicht langs de kern geschoten.
De energieoverdracht vindt dan plaats uitsluitend via de elektromagnetische wisselwerking, zodat geen rekening behoeft te worden gehouden met de onbekende kernkrachten, die immers pas van belang worden op heel korte afstand.