(Fr.: tronçonner; Du.: abkürzen; Eng.: to shorten, to cut off), in de mechanische technologie een bewerking waarbij van langgerekte stukken materiaal kleinere stukken van een bepaalde lengte worden gemaakt.
Naar gelang de aard van het materiaal waaruit het werkstuk bestaat, de vorm daarvan, de gewenste aantallen, de gewenste kwaliteit van het scheidingsvlak en van de vereiste produktiesnelheid kan afkorten bij hout plaatsvinden door middel van zagen op beugel-, lint- of cirkelzaagmachines (zie Zaagmachine), bij metalen door middel van snijbranden, doorslijpen met dunne slijpstenen, met scharen enz. Het afkorten van pijpen geschiedt meestal door afsteken op een draaibank of een hiervan afgeleide bewerking, waarbij de afsteekbeitel om de stilstaande pijp heendraait. Het afkorten van grote partijen hout geschiedt veelal met een hangende cirkelzaag die langs een cirkelvormige baan wordt bewogen. Ook worden afkortzagen toegepast met een rechte horizontale baangeleiding, voor afkorten onder een willekeurige hoek.