(Fr.: mesurage de la résistance de terre; Du.: Erdwiderstandsmessung; Eng.: earthing resistance measurement), bepaling van de verspreidingsweerstand (ofwel aardspreidingsweerstand) van aardelektroden; deze weerstand mag niet te groot worden (NEN 1010, NBN 372) omdat in dat geval, bij een fout in de elektrische installatie, metalen beschermende delen enz. een ontoelaatbaar hoge spanning kunnen verkrijgen.
Aardingsweerstandsmeting geschiedt steeds met behulp van wisselstroom, ter vermijding van meetfouten door polarisatie; aflezing geschiedt echter met gelijkstroommeters. De voor de meting toegepaste apparatuur is te onderscheiden in aardingsweerstandsmeters met netspanning, met ingebouwde trilleromzetter en met krukinductor.Aardingsweerstandsmeters met net- of batterijvoeding hebben, vergeleken met de andere typen, het voordeel dat de meetstroom even groot is als bij een installatie in bedrijf: uit veiligheidsoverwegingen wordt de meetspanning echter met een transformator verlaagd tot maximaal 24 V. Bij bijv. nieuwbouw is het vaak bezwaarlijk een installatie geheel of gedeeltelijk onder spanning te zetten, en is meestal geen netspanning beschikbaar, in welk geval men gebruik maakt van een aardingsweerstandsmeter met ingebouwde trilleromzetter (de zgn. woudaschakeling), of een schakeling met krukinductor, bijv. de zgn. behrendschakeling die is uitgerust met een compensatieschakeling.