(Eng.: booster), toestel of installatie dienende om de capaciteit van een andere inrichting op te voeren, bijv. een pomp om een perspomp te voeden, een lucht- of stoomblaaspijp om de schoorsteentrek te verhogen enz.
Bij waterleidingen wordt in plaats van een hoog geplaatst reservoir ook een in de kelder geplaatste drukketel toegepast met boven het water een luchtkussen, waarvan de druk door een aanjager automatisch op het gewenste peil wordt gehouden. Bij brandblusinstallaties wordt de aanjager veelal direct in de leiding opgenomen; hij komt automatisch in werking wanneer een straalpijp van de haak wordt genomen.