Zijn bij meercylindermachines alle cylinders even groot en werkt steeds in eiken cylinder de versche stoom, dan spreken we van tweeling-, drieling-, enz. machines. De machines der meeste locomotieven zijn tweelingmachines.
De krukken zijn dan meestal onder hoeken kleiner dan 1800 geplaatst.Laten we den afgewerkten stoom uit den eenen cylinder werken in een tweeden cylinder, den afgewerkten stoom van dezen cylinder weder in een derden cylinder, enz. dan spreken we van compound-machines. Zoo hebben we gewone compoundmachines met twee cylinders, triple compound-machines met drie cylinders, quadruple compoundmachines met vier cylinders, enz. De cylinders worden onderscheiden bij de compound-machines in hoogdruk- en laagdruk-cylinders ; bij triple compound-machines in hoogdruk-, middeldruk- en laagdruk-cylinders.Bij de quadruple compound-machines hebben we meestal één hoogdruk-cylinder, twee middendruk-cylinders en één laagdruk-cylinder.