Algemeen Technisch woordenboek

H.J. van Eyk (1916)

Gepubliceerd op 03-12-2020

Breuk

betekenis & definitie

1e. In de rekenkunde, een deel van een geheel, ,,gemengde breuk” een breuk plus geheelen ; een ,,gewone breuk” een onuitgevoerde deeling; een ,,decimale breuk” een tiendeelige breuk.

2e. In de chirurgie, een scheur in het buikvlies,waardoor de darmen uitpuilen.
3e. Een barst in of het breken van materiaal.

< >