Neem een willekeurige spoorlijn, en verdeel zijne lengte in stukken, van bijv. 9 K.M. Plaats nu aan het begin van elke 9 K.M. een signaalbeambte, die de trein slechts dan voorbij laat gaan, wanneer hij van den vorigen een telegram heeft ontvangen, dat de trein zijn wachthuis voorbijgegaan is, dan heeft men zekerheid dat zich tusschen twee blokken geen twee treinen op dezelfde rails bevinden, waardoor natuurlijk de veiligheid van het spoorwegverkeer zeer wordt vergroot.
In elk blokwachthuisje treft men dus blokseinen aan, gewoonlijk een klok, welke dient om den seinwachter te waarschuwen, een telefoontoestel en seinvlaggen of seinpalen om den machinist van de aankomende trein de noodige seinen te kunnen geven, ook semaphoren worden wel gebruikt.