Synoniemen zoeken
Synoniem van leunstoel
Synoniem van 'n ander trefwoord

Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
leunstoel
leunstoel - gemakkelijke armstoel. Andere woorden zijn ruststoel, fauteuil, leuningstoel en, in informele taal, luie stoel. Belgen zeggen zetel. De crapaud is laag, breed en dik bekleed; het houtwerk komt alleen nog aan de poten te voorschijn. De rug van een voltaire of fauteuil voltaire is hoog en gebogen; die van een zorgstoel of zorg is hoog en breed. Van voren is een marquise, confident of tête-à-tête breder dan van achteren. Een clubfauteuil of club is omvangrijk en met leer bekleed; de armleuningen zijn groot en rond. De rookstoel is laag, zonder veren; er liggen losse kussens op en de rugleuning is verstelbaar.
Zie: stoel.

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
leunstoel
leunstoel - zelfstandig naamwoord
uitspraak: leun-stoel
1. luie stoel
♢ pa zit onderuit in zijn leunstoel
Zelfstandig naamwoord: leun-stoel
de leunstoel
de leunstoelen
het leunstoeltje
Synoniemen
fauteuil