Synoniem van inhalen

inhalen - een persoon die, een dier of een zaak dat vóór is, opzijkomen. Wanneer je iemand achteropkomt, haal je hem in en voeg je je bij hem. Als dat lopend gebeurt, gebruik je achteroplopen; gebeurt het rijdend, dan achteroprijden. Een vluchtende achterhaalt men.

Zie: passeren.

Iemand die zich op weg, op de vlucht, bevindt van achteren bereiken. Inhalen geeft dit te kennen zonder meer, het laat eene vijandige bedoeling in het midden; achterhalen veronderstelt eene bedoeling, die met het voornemen van den achterhaalde in strijd is.

Een ruiter, die hem nagezonden werd, kon den bode nog bijtijds inhalen. Al is de leugen nog zoo snel, de waarheid achterhaalt ze wel.

inhalen - regelmatig werkwoord
uitspraak: in-ha-len

1. er voorbij gaan door harder te rijden
♢ Pim fietste voor mij, maar ik heb hem ingehaald
2. iets doen wat je al eerder had moeten doen
♢ ik heb die les gemist, maar ik kan hem inhalen
3. feestelijk ontvangen
♢ de schaatser werd ingehaald met muziek
4. gelijk met iemand anders komen
♢ ik had een behoorlijke achterstand, maar die heb ik ingehaald

Regelmatig werkwoord: in-ha-len
ik haal in (... ik inhaal)
jij/u haalt in (... jij inhaalt)
hij/zij haalt in (... hij inhaalt)
wij/zij/jullie halen in (... wij inhalen)
ik/jij/u/hij/zij haalde in (... ik inhaalde)
wij/zij/jullie haalden in (... wij inhaalden)
hij heeft ingehaald
de/het/een ingehaalde ....

Synoniemen
inrijden