Synoniemen zoeken
Geen resultaten voor gewricht

Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
gewricht
gewricht - elke al dan niet beweegbare verbinding tussen twee of meer beenof kraakbeenstukken. Lid komt alleen voor in combinatie met een voorzetselbepaling met 'in' of 'uit': 'hij viel zijn arm uit het lid'. Eenassig is een scharniergewricht (voorbeeld: kniegewricht). Een tweeassig gewricht, zoals dat tussen handwortel en middenhand, heet zadelgewricht; een kogelgewricht of balhoofd heeft drie assen (bijvoorbeeld het heupgewricht). Bij een draaigewricht draait het ene beenstuk om het andere, zoals bij spaakbeen en ellepijp. Tussen boven- en onderarm zit de elleboog, bestaande uit drie ondergewrichten die worden omgeven door een gemeenschappelijk kapsel. Het kniegewricht ligt tussen dij- en scheenbeen.

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
gewricht
gewricht - zelfstandig naamwoord
uitspraak: ge-wricht
1. waar twee botten scharnieren
♢ het kniegewricht van de voetballer is beschadigd
Zelfstandig naamwoord: ge-wricht
het gewricht
de gewrichten
het gewrichtje