Synoniem van cursus

cursus - vastgesteld aantal lessen die onderling samenhangen. Alleen met betrekking

tot niet-sportieve en niet-muzikale activiteiten gebruik je leergang. Bij een applicatiecursus leert men theoretische kennis toepassen in een beroepssituatie. Een blokcursus wordt in een aaneengesloten periode van enkele dagen of weken gegeven. Men leert een slippend voertuig beheersen bij een slipcursus of antislipcursus. Kort en intensief is de spoedcursus of stoomcursus.

Zie onderricht.

cursus - zelfstandig naamwoord
uitspraak: cur-sus

1. aantal lessen die bij elkaar horen
♢ ik volg een cursus om te leren tekstverwerken

Zelfstandig naamwoord: cur-sus
de cursus
de cursussen
het cursusje