Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

zwerver

betekenis & definitie

(de, -s), (hist.) werver in dienst van de koloniale overheid die Indiaanse slaven, afkomstig van niet-bevriende stammen, verwierf door ruil of koop. Men heeft ‘er ook bovendien eenige Indiaanen, Roode Slaven genaamd, die op de Rivieren der Amazoonen en de Oronoque, Van Portugeezen en Spanjaarden, en Landswaards in, van de Indiaanen, door de Handelaars, by ons Christen Zwervers geheeten, worden gekocht of ingeruild, en voorts ter verkoop naar Essequibo, Suriname en de Berbice overgevoerd ( ) (Hartsinck 1770: 898; oudste vindpl.).

- Syn. bokkenruilder. Zie ook: zwerven.

< >