Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

zadeldak

betekenis & definitie

(het, -en), lessenaardak. Ik weet/er is veel te veranderen/ buiten de gebouwen met/ zadel en splitdak/ pittoreske gevels/ parketvloeren/ en bezode gazons (Shrinivasi 1968; 1984: 59).

- Zie ook: lessenaardak, V-dak.
- Opm.: Het woord is in deze bet. in gebr. bij sommige aannemers en timmerlieden, niet bij architecten.

< >