Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

wakago

betekenis & definitie

(de, -’s), kleine chachalaca, een bruine vogel behorende tot de hokkohoenders (Ortalis motmof). En zoo eigenaardig en geheimzinnig klinkt deze morgengroet van den Wakago dat geen reiziger die ooit tropisch Amerika bezocht, heeft nagelaten er met enkele woorden melding van te maken (P&P 1908: 305).

- Etym.: S, ontleend aan de roep. Oudste vindpl. Teenstra 1835 II: 429.

< >