(de, -nen), open, visrijke vijver of plas met altijd ruim water, in het kustgebied. Voorkomen [van de vissoort dagoeboi]: hoofdzakelijk vispannen, waar ze als zeer jong broed binnenkomt (pannenvisserij) (S&S 190).
-Etym.: Zie het syn. pan (I.3).
- Zie ook: visgat, zoeterwaterpan, zoutwaterpan.