(de, -’s), zuigend, smakkend of blazend geluid dat afkeuring of verachting uitdrukt. Als antwoord volgt er een tjoeri waarvan de geluidssterkte en de bijbehorende mimiek de graad van minachting aangeven (van Mulier 1972: 41).
- Etym.: S.
- Zie ook: tsjilpen.
-: natte tjoeri, erg krachtige tjoeri. Hudy keek Paul vragend aan, maakte een natte tjoerie en dronk in één teug zijn 8e glas bier leeg (C. Ooft 63).