(lidw., mv., uitspr.?), (veroud.) koude cognac-groc. Tegen twaalf uur komt hij [plantagedirecteur] thuis en gebruikt, terwijl zijn jongen hem van zijn schoeisel ontdoet, een swivel wij zouden zeggen een koude cognac-grog (Elout van Soeterwoude 1884, cit. volgens Hira 196; enige vindpl.).
- Etym.: Het lijkt E; bet. in die taal echter (nu): wartel; draaibas.