Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

stootkar

betekenis & definitie

(de, -ren), handkar. Wel, Ba Tjali is echt een van de armsten in den lande, maar op zijn stootkar staat met fraaie letters de spreuk: geloof, hoop en liefde (Dobru 1968a: 38).

- Etym.: Zie stoten (1). Ook BN; volgens WNT (1940) ook in het zuiden en oosten van Ned. Vgl. E push-car = id. (to push = duwen).

< >