Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

spek

betekenis & definitie

(het), (ook, scholierentaal:) geld.

-Etym.: (a) Het kan een vervorming zijn van het syn. specie, (b) Vgl. de AN uitdr. ‘zijn zak spekken’ = zich verrijken. Van Dale legt dit uit als: volstoppen met iets (geld) dat met spek (onderhuids vet van een varken) vergeleken wordt. In enige veroud. AN uitdr. betekent ‘spek’ vaak ‘voordeel’.
-Zie ook: tot spek van.Syn. ook vel. Zie ook: blad (1.2).
-: tot spek van, in het (geldelijk) voordeel van. De marktbezoekers, die meestal in een haast zijn, kopen het blad om thuis rustig te kunnen lezen. Ze letten zelden of nooit op de datum tot spek van onze verkoper [die zo oude kranten aan de man brengt] (BN, najaar 1978: 148).
- Etym.: Zie spek.
-: zie ook Spaans spek.

< >