Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

smokkelkroeg

betekenis & definitie

(de, -en), (hist.) kroeg gedreven door een smokkelaar (1). Naedemael ons dagelijcx veele ende menighvuldige klachten ter oore komen over de ongeregeltheden van diegeene die tappen ende smockelkroegen houden ende sonder permissie aen een iegelijck wijn, brandewijn, kilduvel, koeldranck ende eenige andere drancken verkoopen (plak. van 1789, oudste vindpl.; S&dS 186).

- Etym.: Zie smokkelaar (1). Van Dale omschrijft s. als ‘herberg waar smokkelaars samenkomen en hun goederen verbergen’, daarbij aansluitend bij de beperkte bet. van ‘smokkelen’.

< >