(de, sluizen), (ook:) goudzoekerswerktuig bestaande uit een serie van drie of meer aaneensluitende wasgoten, gebruikt om op een bepaalde manier goud te wassen. Niet alleen een stil kruis in het bos, maar ook de half ingestorte overblijfselen van een uitgebreid en kunstig watertoevoersysteem ( ) vertellen van het vele werk dat verricht is met de ‘baté’, de longtom of met de sluis of met de pikhouweel 20 m onder het daglicht in een met kaarsen beflakkerde mijntunnel (Bubberman 143).
-Etym.: Vgl. het syn. sluice (E).
- Syn. ook sluice-box.
-Zie ook: longtom.