Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

shift

betekenis & definitie

(de, -s), (uitspr. E: sjift),

1. werkploeg binnen een ploegenstelsel. Als het werk is afgelopen is het kwart voor vier. De mannen van de volgende shift zijn reeds aangekomen en maken zich gereed om over te nemen (Rodney Russel 1969, cit. volgens Doelwijt 1972: 174).
2. werkzaamheden gedurende een bepaalde tijd, dienst; ook in samenst. De mannen die de Lunchroom bezoeken of elkaar daar ontmoeten zijn in vrije beroepen, hosselaars, verzekeringsagenten enzovoort, naast de arbeiders van Suralco, die nachtshift hebben (Dobru 1968c: 67).
- Etym.: E bet. 1, ook in BN.

< >