(de, -s), een tiran (vogel) die kleiner en grauwer is dan de gewone grietjebie (Empidonomus varius).
- Etym.: Lijkt op de gewone grietjebie. Er zijn twee ondersoorten, een broedvogel (rufinus) en een trekvogel uit het zuiden (varius), die beide veel op zandsavannen met boompjes en bosjes worden aangetroffen; de laatste is echter talrijker in het kustgebied (Haverschnlidt 305).
- Zie ook: marechausseegrietjebie.