I.(de, -nen), (ook:) wasknijper. Bediende was aan 't hangen toch , met pennen van die waskleren in d'rmond (Cairo 1980c: 62).
-Etym.: Voordat de knijper bestond, werd wasgoed met een houten, gespleten ‘(was)pen’ (AN) geklemd.
- Syn. waspen, wasklem.
II.(de, -nen), stal. De pennen stonden vol varkens en koeien en op de erven struikelde je als het ware over kippen en eenden (B. Ooft 1969: 60).
- Etym.: E. Oudste vindpl. Blom 1786: 110.