Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

nim

betekenis & definitie

(de), sierboom met geveerde bladeren en witte bloemen in losse pluimen, ook met verscheidene medische toepassingen; uit tropisch Azië (Azadirachta indica, Mahoniefamilie ). Een aftreksel van nim, een ook bij de Hindostanen goed bekende Meliacee, wordt niet alleen als abortivum, maar ook als voorbehoedmiddel tegen conceptie vlak vóór of even na de geslachtsgemeenschap gebruikt, naar het heet ‘omdat het bloed dan bitter is’ (Helman 1978: 42).

- Etym.: H. Vaak geschreven als niem (bijv. Ost. 137).

< >