Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

moustache

betekenis & definitie

(de, -), (uitspr. moestasj’) naam voor een aantal vinkachtige zangvogels van het genus Sporophila, zwart, wit en grijs van kleur: zie berg-, kroon-, plain- en savannemoustache. Zie Vermeulen 160.

-Etym.: Een F en ook BN m. bet. ‘snor’; bij de kroon- en de plainmoustache kan de koptekening daaraan doen denken. S moestas.

< >