(de, -n), naaister. Zou je me even naar de modiste willen rijden, ze zou een paar jurkjes voor de kleintjes klaar hebben (Doelwijt 1972b: 100).
- Etym.: AN m. = vrouw die modeartikelen voor dames, i.h.b. hoeden, vervaardigt en verkoopt.
-Opm.: Sommigen noemen alleen een ongediplomeerde naaister een m., ter onderscheiding van een coupeuse, die wel gediplomeerd is. Volgens anderen kan ook een m. een gediplomeerde naaister zijn.