Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

middenpad

betekenis & definitie

(het, -paden), (veroud.) pad gelegen op een dam tussen twee rijen bedden, over de volle lengte van een plantage (A.1). — Etym.: Oudste vindpl. Blom 1786.

Syn. middelwalk (1). Opm.: Kan bij latere bebouwing van de plantage gehandhaafd zijn als straat en als eigennaam ‘Middenpad' gekregen hebben, bijv. Middenpad van Kwatta (zie Ene.Sur. 359).

< >