(de, -s), algemeen gebruikte, tweewielige kar, getrokken door een ezel of een muildier. In 1938 werd aan 250 Hindostanen vergunning verleend het beroep van karreman uit te oefenen; het vrachtvervoer geschiedde op ladderwagens door ezels voortgetrokken (van Lier 185).
- Etym.: De laadbak bestaat uit twee overlangse balken, waartussen verbindende dwarslatten, zodat deze op een ladder lijkt. AN /. =
1. brandweerwagen die één ladder (of meer) voert;
2. wagen met een ladder erop;
3. boerenwagen met losse zijstukken.
- Syn. trapwagen.