(de, -s, -n),
1. syn. van kongo (1): z.a. De Congobacove blijft kleineren hééft kleinere, aan de top stompe vruchten; hij is, resistent tegen panamaziekte en wat minder gevoelig voor de door de schimmel Cercospora musae veroorzaakte bladvlekkenziekte (Ost. 237).
2. syn. van kongo (2): z.a.
-Etym.: Zie bakove. Genoemd naar ‘Kongo’, eertijdé de naam voor een gebied in Afrika geassocieerd met de rivier de Kongo.