Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

kastanjeboom

betekenis & definitie

(de, -bomen), een cultuurvorm van de broodvruchtboom (Artocarpus communis, Bospapajafamilie). Een klein erfbadkamertje [zie erf (4), zie badkamer] stond scheef te rotten onder een kastanjeboom (Cairo 1977: 27).

- Etym.: Er is geen gelijkenis tussen deze boom en de AN k., wel tussen beider zaden: zie kastanje.
- Syn. katahar (1). Zie ook: man-van-woord (1).

< >