Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

kapucijner

betekenis & definitie

(de, -s),

1. struikvormige cultuurvorm van een oorspronkelijk Aziatische plant (Vigna sinensis, Bonenfamilie), met lichtpaarse bloemen en hoekige, bruine zaden. Peulgewassen zijn zeer geliefd: de gekiemde soja of oerdi (gropesi), tuinerwt en Surinaamse capucijner (Enc.Sur. 650).
2. het (eetbare) zaad van deze plant.
- Etym.: Het zaad lijkt sterk op AN k., die afkomstig is van een cultuurvorm van Pisum arvense (Bonenfamilie), een voedselplant o.m. in Ned.
- Zie ook: blak’aipesi, botropesi, djaripesi, leysboon.

Opm.: De toevoeging ‘Surinaamse’, als in het cit, is niet gebr.

< >