Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

kameleon

betekenis & definitie

(de, -s), marmerleguaan, een boomhagedis (Polychrus marmoratus), bij uitbr. naam voor alle (verkleurende) boomhagedissen (agama's). Nog vindt men hier drie soorten van kameleons, bij de Negers agamma’sgeheeten ( ) (Teenstra 1835II: 438; oudste vindpl.).

- Etym.: De overeenkomst met AN k. (Chameleo vulgaris, een reptiel uit de Oude Wereld) ligt i.h.b. in het verkleuren. Polychrus marmoratus is bij Ned. terrariumhouders bekend als ‘Amerikaanse kameleon’.

< >