Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

haas

betekenis & definitie

(de, hazen), paca, een soort knaagdier (Agoutipaca). De Bosnegers graven de haas wel eens uit of roken het dier uit door aan een zijde smeulend hout in het hol te stoppen (Geijskes 1954: 75.

- Etym.: AN h. = een knaagdier in o.m. Ned. (Lepus europaeus), waar de SN h. niet op lijkt. Oudste vindpl. Lourens Lourensz. Zeeuw 1627 volgens Nicolaes a Wassenaer, cit. volgens Lichtveld & V. 17. Soms wordt Surinaamse haas gebr. (bijv. door Bakhuis 42).

< >