Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

grasluis

betekenis & definitie

(de, -luizen), rode larve van enige soorten mijt die o.m. in de huid van mensen huist (Trombicula-soorten). De zogenaamde kras-kras wordt voornamelijk door de patatters of grasluizen veroorzaakt (Teenstra 1835 II: 400; oudste vindpl.).

- Etym.: De dieren zitten op grassen en andere lage planten en stappen vandaar over op een voorbijganger.
-Syn. patatteluis.

< >