(de, -ken),
1. grafrand, d.i. een houten lijst om de rand van een open groeve, dienende om deze te verstevigen en inspoeling tegen te gaan.
2. stenen of houten rand, in de vorm van een rechthoek, op een graf (ook kortweg bak genoemd). Het [walaba, 2] is wel erg geschikt voor werkstukken die niet met verf maar met teer afgedekt worden, zoals grafbakken en kleine looskokers (Muntslag 147).