Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

fortslaaf

betekenis & definitie

(de, -slaven), (hist.) slaaf uit de stad Paramaribo. Ook verdeelt men dezelven in plantaadje- en fortslaven, waarvan de eersten op de plantaadjen en de laatsten in Paramaribo werken of liever wonende zijn, tussen welke altijd eene partijschap [rivaliteit] bestaat (Teenstra 1835 II: 179; oudste vindpl.).

Etym.: Zie fort. Syn. fortneger.

< >