Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

flonsen

betekenis & definitie

(flonste, heeft geflonst), onernstig hofmaken, koketteren, AN flirten (met). Aaj, me schat, me goedje, me lekkerboutje, dan ben je inkoop aan het doen! flonste hij met Mamsi onder zijn passeren.

Als je me schat noemt moet je me betalen! flonste Mamsi terug (Cairo 1978b: 52). Etym.: S flons = id. E to flounce = o.m. zich wringen. In Guyana E to flounce ingewikkelde danspassen uitvoeren bij een ‘masquerade’, d.i. een soort dans. ‘To flounce-up’ = iemand honen of uitdagen door in het voorbijgaan je achterste te schudden, vaak meer voor de grap dan uit boosheid (D.g.f. 30). Vgl. ook AN fronsen = rimpels trekken in het voorhoofd. Zie ook: flirten.

< >