Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

bezetting

betekenis & definitie

(de), benauwdheid als gevolg van astma of een (andere) aandoening van de luchtwegen. Met een scherp mes wat van een slijmige massa [van aloë, een plant] afkrabben, vermengen met castorolie.

Dit wordt aan kinderen, die lijdende zijn aan bezetting, ingegeven (May 7). Zie ook Cairo 1980c: 112. - Etym.: In AN in deze bet. veroud.

< >