(de, -s),
1. naam voor alle Surinaamse vogelsoorten behorende tot de tinamoes of stuithoenders (Tinamidae), w.o. de grote tinamoe (Tinamus major), de bruine tinamoe {Crypturellus soui) en de gevlekte tinamoe (Crypturellus variegatus). De dof grijsgroene vogels die als anamoe’s bekend staan, lijken op patrijzen en gedragen zich als deze (Geijskes 1954: 78).
2. naam voor de meeste Surinaamse vogelsoorten behorende tot de ralachtigen (Rallidae), w.o. soorten van de genera Ralius (w.o. de klapperral, R. longirostris), Aramides (w.o. de kriko), Porzana (porseleinhoenders), Laterallus (dwergrallen), Neocrex, Gallinula (waterhoentjes) en Porphyrula (w.o. de Amerikaanse purperkoet, P. martinica). In de kolonie staan Waterhoenderachtigen [ralachtigen] bekend als Anamoen, evenals de Tinamidae (P&P 1908: 194). Etym.: Vgl. K injamoe, in’amoe (Ahlbrinck). NB bij Hartsinck (1770:110) Mamou voor de grote tinamoe (zie 1). Oudste vindpl. van 1 (gevlekte tinamoe) Kappler 1854: 69.