Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

advocaat

betekenis & definitie

(de, -caten),

1. avocado, een gekweekte boom uit Midden-Amerika (Persea americana, Advocaatfamilie). De advocaat is tweehuizig: alleen de vrouwelijke bloemen dragen vruchten (WB e.a. 133).
2. avocado (avocadopeer, alligatorpeer), vrucht van de boom. Hij vindt het te veel moeite om via een achterdeurtje bij een vrouw binnen te gaan met een zakje grote advocaten en manjes om haar zogenaamd te verwennen (Vianen 1971: 104). Etym.: Oudste vindpl. van 2 Teenstra 1835 II: 250. Vgl. Sp. en E avocado en S afkati; afkomstig van Asteeks ‘ahuacat’ (Ene.Sur. 15). Men kent in Sur. de eierdrank a. niet, de jurist wel (zie ook: praktizijn). — Syn. van 1 advocaatboom.

< >