gezegd van iemand die zich eerst over het een of ander sterk heeft uitgelaten, en zich naderhand gedwee en inschikkelijk toont. De eig. bet. is: nadat men iemand iets onaangenaams te slikken heeft gegeven, hem wat lekkers klaar maken om hem weer goed te stemmen; vgl. Mnl. vladebacker, eig. koekebakker, voor vleier. In de 17de e. kleine (d.i. fijne) broodjes bakken. Hd. Lebkuchen austeilen; Süssholz raspeln („übertriebene Artigkeiten (einer Dame) sagen”); Fr. se radoucir, filer doux; Eng. to eat humble pie.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk